Milieu-economische begrippen
Tragedy of the commons
De uitdrukking "Tragedy of the commons" is voor het eerst gebruikt door Garret Hardin (Universiteit van Californië) in 1968. Hij beschreef een probleem dat optrad op gemeenschappelijke weidegronden (de "commons") in Afrika. De oorzaak van dat probleem is eigenlijk dezelfde als van de aantasting van het milieu, dat in feite ook gemeenschappelijk bezit is. Een aantal boeren laat hun kuddes grazen op de gemeenschappelijk weiden. Individuele boeren hebben er belang bij om een zo groot mogelijke kudde te laten grazen omdat dat meer status en inkomen geeft. Maar alle boeren gemeenschappelijk hebben er belang bij dat er niet zoveel gegraasd wordt dat de weide overbegraasd en dus vernield wordt. Op het moment dat overbegrazing dreigt, zal iedere boer willen pakken wat hij nog pakken kan, want anders pakken de andere boeren het wel. Dan gaat de weide snel te gronde, tenzij het de boeren lukt een soort overheid in het leven roepen (bijvoorbeeld een soort beheersraad). Die overheid moet dan met enig gezag overbegrazing voorkomen door "free riders" (zie onder) tot de orde te roepen. De andere mogelijke oplossing is om de weide op te delen in private stukjes. Lukt dit geen van beide, dan is de tragiek dat hoewel de boeren misschien goed weten dat het fout gaat, ze er individueel niets aan kunnen doen.
Free riders
Het begrip "free riders" stamt uit de economie. Met "free riders" worden mensen (of andere economische eenheden) bedoeld die niet bijdragen aan opofferingen voor een gemeenschappelijk goed, maar er wel van profiteren. Stel bijvoorbeeld dat er op grote schaal gehoor wordt gegeven aan de oproep om vrijwillig minder auto te rijden vanwege het milieu. Als er dan een kleine groep mensen is die wel veel blijft autorijden, zijn dat "free riders" (in dit voorbeeld zowel letterlijk als figuurlijk). Zij profiteren immers wel van het milieu dat behouden blijft, maar doen er geen opofferingen voor. De idealist die als één van de weinigen opofferingen doet voor het milieu is te vergelijken met het omgekeerde van een "free rider": idealisten doen wel opofferingen, maar profiteren niet of nauwelijks van een schoner milieu. Wèl houden zij een schoon geweten, hetgeen hen kennelijk veel waard is.