Reactie NER artikel Arena nr 6 2002
25 oktober 2002,
Geachte mevrouw Bilius,
Met belangstelling heb ik uw artikel in de laatste Arena (nummer 6) gelezen. Ik vind het heel goed dat U de ondemocratisch totstandkoming van de NER aan de orde stelt.
Als milieu-economisch adviseur zie ik het door u beschreven probleem als een typisch uitvloeisel van een ouderwetse, centralistische directe regulering. Waar we uiteindelijk naar toe moeten is het beprijzen van milieuverbruik (milieuschade), en verder de markt met zo min mogelijk belemmeringen zijn werk laten doen. Immers, uiteindelijk gaat het de overheid en de Milieubeweging niet om toepassing van 'de stand der techniek', of zelfs maar dat bepaalde emissiedoelen per bedrijf gehaald worden. Het gaat erom dat het milieu voldoende beschermd wordt. Als milieuverbruik een maatschappelijk correcte prijs heeft, kunnen bedrijven verder zelf het beste beoordelen in hoeverre en welke milieumaatregelen ze nemen. Zowel overheid, milieubeweging als bedrijfsleven (en andere vervuilers/milieuverbruikers) hebben hier baat bij. Er kunnen honderden miljoenen euro's per jaar mee bespaard worden - geld dat bijvoorbeeld besteed kan worden aan een meer concurrerend Nederlands bedrijfsleven, extra milieubescherming, betere zorg en onderwijs, enzovoort. Het is geld dat nu domweg verspild wordt aan onnodig dure milieumaatregelen en/of onvoldoende milieubescherming.
Er worden gelukkig al stappen in deze richting gezet: de NOx-emissiehandel zal binnen een paar jaar een prijskaartje hangen aan deze emissie, en hetzelfde geldt voor CO2-emissies dankzij de Europese concept-richtlijn hiervoor. Zelf heb ik een onderzoek mogen doen naar de mogelijkheden voor VOS-emissiehandel. Het rapport hiervan geeft ook een algemene inleiding in het instrument emissiehandel en de plaats van aangrijpen van milieubeleid. U kunt het (gratis) downloaden vanaf mijn website.
Ook de milieubeweging heeft baat bij een marktconform milieubeleid: in plaats van eindeloze discussies en gelobby over de (direct al achterhaalde) stand der techniek, kunnen we dan praten over waar het echt om gaat (een bepaalde milieukwaliteit), en de rest aan de markt overlaten.
In uw reactie en eventueel verdere gedachtewisseling ben ik altijd geïnteresseerd.
Vriendelijke groeten,
Michiel Wind